zondag 16 juni 2013

Levensgebed

Ik ben beginnen te lezen op de site van http://www.jezuieten.org/nl/wie-we-zijn/religieus-leven/ignatiaans-gebed/gebedsvormen

Ignatius stelt voor om minstens één maal per dag tijd uit te trekken voor het levensgebed. Zelf spreekt hij van gewetensonderzoek. Andere benamingen zijn bewustzijns- of aandachtsonderzoek. Het gaat over een moment van biddende stilte om terug te blikken op de voorbije tijd, aan de hand van drie puntjes : dank u, sorry en aub.

Wat is hier bruikbaar voor kleuters:

1 Dank u

Dank U zeggen voor alles wat hen die dag blij heeft gemaakt.

2 Sorry zeggen

Sorry zeggen tegen een vriendje wanneer je hem:haar boos, bang of verdrietig hebt gemaakt.
Sorry zeggen tegen God als ik mijn boosheid niet de baas was en klappen heb uitgedeeld.
Beseffen dat door het uitdagen van een vriendje een nare reactie hebt gekregen , die ook niet juist was.
Reflecteren, vergeving vragen.

3 A.u.b.

Erkennen wat nu moeilijk voor je is, waar je graag steun of leiding bij hebt.

Om kleuters dit te leren hebben ze een voorbeeld nodig:

Dank U

Een juf die dank U zegt wanneer ze een tekening krijgt, deze niet stiekem in de papierbak gooit maar respectvol in de klasmap steekt en op gepaste tijden nog eens pronkt met die tekening.
Een juf die tijdens het fruitmomentje luidop wenst dat ze liever tien handen had gehad om al die 'vragende bananen' gelijk open te doen maar dan blij zegt: "Ben toch blij met mijn twee goeie handen. En jullie ongeduldige bananen, jullie moeten maar eventjes wachten!"
Een juf die oprecht blij is met haar kleuters en waarom ze zo blij is.

De volgende stap is dat de juf een persoonlijk gebed luidop voordoet.
Kleuters proeven de sfeer, aanschouwen een manier van bidden.

Wanneer kleuters ook thuis op deze manier gestimuleerd worden naar het voorbeeld van hun ouders zullen ze gemakkelijker leren bidden.

Sorry zeggen:

Juf kan ook al eens verkeerd zijn. Juf is niet te beroerd om sorry te zeggen.
Juf leert kleuters om uit een geschil te geraken als ze beide kleuters zich slecht blijven voelen bij het nare voorval. En belangrijk, humor aanreiken om het ijs te breken.

Wat ik véél gebruik is de boze boterhammen, boze soep of boze snoep.

"Ik denk dat jullie daarstraks boze boterhammen hebben gegeten. Je moet maar tegen mama zeggen dat ze geen boze boterhammen meer mag maken! Het moet maar eens gedaan zijn met die boze boterhammen. Weg ermee!( mag gerust wat gesticuleer bij!)
De twee boze kleuters kijken me dan ongelovig aan of zijn al lang aan het lachen.

Dan breng ik ze terug tot het besef: eerst was ik boos maar dat was niet fijn, lachen en samen lachen is véél fijner.

Hetzelfde geldt voor thuis. Als een ouder nooit eens zijn ongelijk kan toegeven dan zal het voor zijn kind ook moeilijker zijn om het te leren.

A.u.b.

Dit mag geen wensfabriek worden maar het erkennen wat ik moeilijk vind en waar ik graag hulp bij zou hebben.

Belangrijk hierbij dat ze via verhalen, poppenspel en drama onvolmaaktheden leren herkennen en zich er in  te kunnen inleven. Verkennen van gevoelens. Hoe zou ik het graag hebben. Ligt dat binnen mijn mogelijkheden?


Wat voor de leerkracht verder nog een interessant stuk is :

Contemplatief in de actie

Deze formule werd voor het eerst gebruikt door Hiëronymus Nadal sj. Nadal was een trouwe medewerker van Ignatius en hij kenmerkte zijn meester als “contemplatief in de actie”. Wat bedoelde hij daarmee?
Het gaat in de uitspraak “contemplatief in de actie” niet over een of ander evenwicht tussen contemplatie en actie, tussen gebed en leven, tussen strijd en inkeer. Evenmin betreft het de band tussen beide. “Contemplatief zijn in de actie” wil ook niet zeggen dat je hele dag doorspekt zou zijn met kleine gebedsmomenten. Evenmin wordt ermee bedoeld dat je door de dag heen voortdurend aan God of aan Jezus zou moeten denken en achterhalen hoe Híj dit of dat zou doen.
Nee, als je studeert, lesgeeft, als je een zieke verzorgt, als je een brug bouwt, dan moet je niet ondertussen aan God denken of willen bidden. “Doe alles wat je doet, helemaal” : die grondhouding van totale aandacht bij wat je doet, ziet of hoort is belangrijk. Die aandachtige levenshouding maakt je open voor de diepere dimensie van mensen en dingen, van situaties en gebeurtenissen. Die aandachtige levenshouding draagt ook je gebed : het maakt je open voor Gods aanwezigheid in jezelf, in andere mensen, in heel de schepping.
Als je aandachtig leeft, zul je soms de volgende drieslag kunnen waarnemen, zowel in je dagelijks gebed als in je gewone werk : actie – passiviteit – actie.
-     Je bereidt je voor op wat je vandaag zult moeten doen : een belangrijk maar moeilijk gesprek voeren, lesgeven over een boeiend of saai onderwerp, een stukje muziek inoefenen, enz. Of je bereidt je gebed voor …
-     Dit soort activiteiten maken je ontvankelijk voor iets dat je gegeven kan worden : je wordt ontroerd door wat je in het gesprek wordt toevertrouwd, of je wordt geraakt door een woord uit de tekst die je overweegt – het passieve, contemplatieve moment. Even wordt het je gegeven tot bij díe diepte te komen die je doet leven, tot bij de Bron waar alle leven ontspringt.
-     En precies dat contemplatieve moment dat je gegeven wordt, zet je opnieuw in beweging : je zult met nog meer aandacht luisteren, of je geraakt in gesprek met God, zoals een vriend spreekt met zijn vriend.
In de uitspraak “contemplatief in de actie” slaat het woord contemplatief dus niet op een of andere vorm van expliciet gebed, maar op die momenten – in je gebed of werk -  waarop het je gegeven wordt een diepe verbondenheid met God te beleven. Zo slaat ook het woord actie niet op je werk, in tegenstelling tot je gebed, maar op je actief bezig zijn zowel in je gebed als in je andere bezigheden.
“Contemplatief zijn in de actie” is de wereld leren zien met gelovige ogen, met een contemplatief hart. Het is in een en dezelfde beweging gericht zijn op God en op de wereld van zijn mensen. En het is precies die gerichtheid op God die je gerichtheid op de wereld een kracht meegeeft, waardoor je niet bij de buitenkant van mensen en dingen blijft staan, maar tot in hun diepte en samenhang doordringt.
Het gaat er dus om in de wereld díe diepte te ervaren, die er goddelijk is. Het gaat erom met het centrum van je persoon bij het centrum van de dingen te zijn en bij het hart van de mensen. Zo houd je voortdurend voeling met God, zo leef je in het voortdurende besef  van Gods werkzame aanwezigheid. “Contemplatief zijn in de actie” wil dus zeggen : leven vanuit de goddelijke kern in jezelf, in de anderen en in de wereld, leven vanuit een diepe godsverbondenheid.
Mark Rotsaert sj

Ik heb nog wat verder gelezen op de site, maar dit vond ik de interessantste stukken voor de kleuters en voor de leerkracht.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten